Knieprothese: Na de operatie
Chronologisch verloop
Dezelfde dag
Na een verblijf van een paar uur op de ontwaakafdeling mag u terug naar uw kamer. Het geopereerde been ligt in een hoge goot van mousse om het plooien te bevorderen. Dankzij een minuscuul buisje in de rug, de peridurale verblijfcatheter of pijnpomp, ervaart het merendeel van de patiënten weinig tot geen pijn.
De eerste dag na de ingreep
De kinesist leert u bepaalde oefeningen aan: bewegen van de voeten en de enkels en opspannen van de beenspieren. Deze bewegingen zijn belangrijk om de bloedcirculatie te stimuleren en aldus bloedklonters te vermijden.
De tweede dag na de ingreep
De verpleegkundige verzorgt de wonde: het drainagebuisje wordt verwijderd en een nieuw verband wordt aangebracht. Ook het buisje in de rug – de pijnpomp – wordt met zachte hand weggenomen. Nadien mag u een eerste maal ‘uit bed’ opzitten op een stoel, uiteraard met de hulp van het personeel. Dagelijks krijgt u van de verpleegkundige een bloedverdunnend spuitje ter preventie van bloedklonters of flebitis. Op regelmatige basis zal er ijs op de knie worden gelegd om pijn en zwelling tegen te gaan. Het verdere revalidatieschema wordt individueel aangepast.
De volgende dagen
“Kinetec” wordt dagelijks toegepast: een elektrisch aangedreven apparaat zorgt ervoor dat uw been automatisch beweegt zodat de knie niet kan verstijven. U leert ook “opnieuw stappen”, met behulp van een loopkader of krukken. Steunen op het geopereerde been is toegelaten en zelfs wenselijk.
Let er op: een kussen onder de knie is aangenaam doch kan er voor zorgen dat de knie later minder goed strekt. Laat daarom uw knie plat liggen zonder kussen of deken eronder.
Ongeveer één week na de operatie vordert het herstel vlot, zodat U op dat ogenblik meestal zonder hulp kan rondwandelen met krukken. Afhankelijk van de leeftijd, de algemene toestand en het herstel kan U meestal huiswaarts keren tussen de vijfde en zevende dag na de operatie.
Het voorgaande schema wordt meestal wat versneld voor patiënten met een halve knieprothese.
Vroege Verwikkelingen
Verwikkelingen bij knieprothesen zijn zeldzaam en zeker niet van die aard om in angst naar de operatie toe te leven.
De vorming van bloedklonters of flebitis wordt vermeden door dagelijkse bloedverdunnende Clexane spuitjes. Nabloeding als gevolg hiervan is uiterst zeldzaam.
Infectie of besmetting wordt voorkomen door het toedienen van antibiotica tijdens de ingreep.
Een banale zwelling van het geopereerde been komt regelmatig voor tijdens de eerste weken om dan geleidelijk weer volledig te verdwijnen. Een tijdelijke zenuwuitval met een slappe voet is uiterst zeldzaam.
Het opnieuw leren plooien van het nieuwe kniegewricht verloopt soms minder vlot dan verwacht. Een “mobilisatie onder narcose” kan hieraan verhelpen: de chirurg zal de weerspannige knie plooien terwijl de patiënt een zeer korte narcose ondergaat.